Ga naar hoofdinhoud

Elke vorm van kanker verloopt in verschillende fases. Er zijn daarvoor verschillende kenmerken die bepalen hoe ernstig de ziekte is. Om te bepalen hoe ver je ziekte is gevorderd, maakt de specialist gebruikt van een medische term genaamd ‘stadiëring’. Hij let daarbij op de grootte van de tumor, de eventuele doorgroei van de tumor buiten de alvleesklier en de aanwezigheid van uitzaaiingen (metastasen) in de lymfeklieren en/of organen elders in het lichaam. Voor alvleesklierkanker zijn er internationaal gezien 4 verschillende stadia. Ze worden aangeduid met Romeinse cijfers van I (beginstadium) tot IV (4, vergevorderd stadium).

Stadium I

Bij stadium I is er een kanker ontstaan en die wordt alleen in de alvleesklier gevonden. Je hebt daarbij een verder onderscheid tussen stadium IA en stadium IB. Het gaat dan vooral om de grootte van de tumor.

  • Stadium IA: de tumor is kleiner dan 2 centimeter.
  • Stadium IB: de tumor is groter dan 2 centimeter.

Stadium II

Bij stadium II is de kanker mogelijk naar dichtbijliggende weefsels uitgezaaid. Ook is de kanker mogelijk te vinden in de lymfeklieren die vlak bij de alvleesklier liggen. Ook stadium II is weer onder te verdelen in IIA en IIB. Nu is het voor de bepaling belangrijk om uit te zoeken waarheen de kanker is uitgezaaid.

  • Stadium IIA: de alvleesklierkanker is uitgezaaid naar dichtbijliggende weefsels en organen, maar nog niet naar de lymfeklieren.
  • Stadium IIB: kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren en mogelijk naar dichtbijliggende organen.

Stadium III

In stadium III is de kanker uitgezaaid naar de grote bloedvaten en lymfeklieren.

Stadium IV

Stadium IV is het laatste stadium van de indeling van kanker in fasen. Bij stadium IV is de kanker van verschillende grootte en is deze verspreid naar organen die verder weg liggen van de alvleesklier. Denk daarbij aan de lever, longen of de buikholte.

TNM classificatie pancreascarcinoom

Nederlandse specialisten gebruiken vaak naast de stadiëring ook een ‘TNM-classificatie’ van de tumor. Met classificeren bedoelt de specialist het in kaart brengen van de fase waarin de tumor zich bevindt. TNM staat voor ‘Tumor’, ‘Node’ (lymfeklier), ‘Metastasen’ (uitzaaiingen). De fase bepaalt uiteindelijk voor welke behandeling kan worden gekozen door de specialist.

T0 geen tumor aanwezig.
Tis in situ carcinoma (voorstadium van kanker).
T1 tumor beperkt tot de alvleesklier, maximaal 2 cm in de grootste diameter.
T2 tumor beperkt tot de alvleesklier maar groter dan 2 cm in de grootste diameter.
T3 tumor breidt uit buiten de alvleesklier maar zonder ingroei van de grote bloedvaten T4 tumor breidt uit in grote bloedvaten.

N0 geen regionale lymfekliermetastasering.
N1 regionale lymfekliermetastasering.

M0 geen metastasen op afstand.
M1 metastasen op afstand.

Behandelplan

Bij het vaststellen van het behandelplan voor kanker zijn verschillende specialisten betrokken. Zij maken gebruik van gezamenlijk vastgestelde landelijke richtlijnen. De artsen stellen je een bepaalde behandeling voor op grond van:

  • Het stadium van de ziekte.
  • De plaats en grootte van de tumor.
  • De vorm van alvleesklierkanker.
  • Jouw algemene lichamelijke conditie.
Back To Top